Wil je niet weer zo’n saaie ronde onderzetter haken? Wat dacht je van een driehoekige met een spiraalpatroon erop? De driehoekige onderzetter is makkelijk en snel klaar en is een leuk project voor beginners of voor als je restjes garen overhebt.
Met de oppervlaktesteken geef je deze makkelijk te haken onderzetter een mooi spiraalpatroon.
Tamboereren, ofwel oppervlakte-haken, is een simpele en makkelijk te leren techniek waarmee je elk haakwerk een leuk ontwerp of patroon kan geven. Hoe je tamboereert, wordt in detail uitgelegd na het patroon voor de onderzetter.
De hier afgebeelde driehoekige onderzetter is gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” met een haaknaald van 3,0 mm. De onderzetter is 8 cm lang van de ene hoek naar de andere.
Gebruik dikker garen en/of een dikkere haaknaald om een grotere onderzetter te haken.
Gratis Haakpatroon voor Driehoekige Onderzetter
LET OP: Het patroon, in zijn geheel of gedeeltelijk, mag niet worden gepubliceerd, doorverkocht, vertaald, gewijzigd of op welke manier dan ook worden verspreid.
Gebruikte Technieken
Benodigdheden
Klik op de betreffende link om de materialen te bestellen (reclamelink).
- Kleuren: magenta, lila
- Dit patroon wordt gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” (100% katoen, lengte: 125 m, gewicht: 50 g, garendikte: Sport – 5-ply / Fine (2)) in de volgende kleuren:
- Fuchsia (Fuchsia (128)), Kaasjeskruid (Malve (399))
- Haaknaald van 3,0 mm
- Schaar
- Wolnaald
- Steekmarkeerder
Haak de Driehoekige Onderzetter
De driehoekige onderzetter wordt in spiraal gehaakt met vasten, halve stokjes en één halve vaste aan het eind, in de kleur Fuchsia.
Wil je een grotere onderzetter haken, haak dan door tot het gewenste formaat en rond af met een halve vaste.
Vink de hokjes aan om bij te houden welke toeren en stappen je al hebt afgerond.
- Haak de driehoekige onderzetter in spiraal in de kleur Fuchsia.
- Toer 1: 1 v en 5 halve stokjes in de magische ring (6 steken).
- Toer 2: Vanaf nu haak je alleen halve stokjes. [1 half stokje, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 3 (18 steken).
- Toer 3: 3 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [5 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 2 halve stokjes (30 steken).
- Toer 4: 5 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [9 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 4 halve stokjes (42 steken).
- Toer 5: 7 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [13 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 6 halve stokjes (54 steken).
- Toer 6: 9 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek [17 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 8 halve stokjes (66 steken).
- Toer 7: Als je een grotere onderzetter wilt haken, sla deze toer dan over en haak verder met toer 8 (zie verderop). Haak maar 1 v en 1 halve vaste.
- Afwerken: Knip het garen door en weef het restje garen in.
Klaar is je driehoekige onderzetter. Ook zonder spiraal erop doet hij zijn werk perfect.
Als je een grotere onderzetter of pannenlap wilt haken, ga dan door met de volgende toeren totdat hij het gewenste formaat heeft.
- Toer 8: 11 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [21 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 10 halve stokjes (78 steken).
- Toer 9: 13 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [25 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 12 halve stokjes (90 steken).
- Toer 10: 15 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [29 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 14 halve stokjes (102 steken).
- Toer 11: 17 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [33 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 16 halve stokjes (114 steken).
- Toer 12: 19 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [47 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 18 halve stokjes (126 steken).
- Toer 13: 21 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek, [51 halve stokjes, 5 halve stokjes in de volgende steek] x 2, 20 halve stokjes (138 steken).
- Toer 14: Haak maar 1 v en 1 halve vaste.
- Afwerken: Knip het garen door en weef het restje garen in.
Tamboereren / Oppervlakte Haken met Halve Vasten
Tamboereren, ofwel oppervlaktesteken haken, is een vrij simpele techniek waarmee je bijna elk haakwerk kan versieren.
Let op voordat je begint met haken. Het is belangrijk om de volgende twee regels steeds te onthouden, zodat de onderzetter niet vervormt tijdens het haken:
- Gebruik voor het tamboereren altijd een haaknaald die even groot is als of groter is dan de haaknaald waarmee je het basis-haakwerk hebt gemaakt.
- Haak de oppervlaktesteken niet te strak, maar juist losjes op het haakwerk, want anders vervormt je werk.
Als je deze twee regels vanaf het begin aanhoudt, krijg je geen problemen met het eindresultaat. Dan nu de uitleg van de techniek zelf.
- Stap 1: Haal het garen in de kleur Kaasjeskruid door het midden van het haakwerk. Maak het met een opzetlus vast aan je haaknaald. Trek aan de draad totdat de opzetlus in het gat verdwijnt. Je hebt nu 1 lus op je naald.
- Stap 2: Steek de haaknaald door een steek vlak naast het midden. Sla de draad om en haal deze draad door de steek waar je zojuist doorheen hebt gestoken én door de lus op je haaknaald. Je hebt nu je eerste oppervlaktesteek gehaakt. Zorg dat de lus waar je de draad doorheen haalt lang genoeg is. Anders wordt de oppervlaktesteek te kort en raakt je haakwerk vervormd.
- Stap 3: Ga op dezelfde manier verder met de steek ernaast en daarna met alle volgende steken tegen de klok in.
- Stap 4: Je kan tamboereren tot aan de buitenrand van de driehoek (zie foto), of je kan blijven doorhaken in de buitenste steken.
- Stap 5: Maak de spiraal af door een laatste oppervlaktesteek te haken in een steek van de vorige toer waar al een oppervlaktesteek zat. Knip daarna de draad af en werk de uiteinden weg.