Met het volgende haakpatroon leer je makkelijk en snel ovalen van elk formaat haken.
Het ovaal is de ideale vorm voor het haken van schoenzolen, amigurumi-onderdelen zoals hoofden en lichamen, onderzetters en nog veel meer haakprojecten.
De ultieme formule voor het haken van een ovaal in elk gewenst formaat vind je onder dit voorbeeld.
Deze instructies zijn gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” met een haaknaald van 2,5 mm.
Gratis Ovaal Haakpatroon
Gebruikte Technieken
Benodigdheden
Klik op de betreffende link om de materialen te bestellen (reclamelink).
- Kleuren: rood, groen
- Dit patroon wordt gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” (100% katoen, lengte: 125 m, gewicht: 50 g, garendikte: Sport – 5-ply / Fine (2)) in de volgende kleuren:
- Bordeaux (Bordeaux (425))
- Mos (Moos (412))
- Haaknaald van 2,5 mm
- Schaar
- Steekmarkeerder
Haak een Ovaal in Spiraal
Met de volgende instructies leer je een ovaal haken, waarbij je begint met 6 lossen. Hieronder vind je een formule om ovalen zo groot of klein en zo rond of langwerpig als je wilt te haken.
Elk ovaal begint met een ketting van lossen waar je omheen haakt in doorlopende toeren.
Met het volgende voorbeeld krijg je dit ovaal:
Vink de hokjes aan om bij te houden welke toeren en stappen je al hebt afgerond.
- Haak het ovaal in spiraal in de kleur Bordeaux.
- Toer 1: 6 lossen, 1 v in de 2e steek vanaf de naald, 3 v, 3 v in de volgende steek.
- Haak nu verder aan de andere kant van de ketting. Hiervoor steek je de naald door de lus(sen) aan de andere kant van de ketting heen en haak je verder zoals gebruikelijk. 3 v, 2 v in de volgende steek (12 steken).
- 1 halve vaste in de 1e steek van de toer. LET OP: Deze halve vaste wordt het nieuwe eind van de toer, dus de volgende steek die je haakt, is de 1e steek van de nieuwe toer waarin je je steekmarkeerder vastmaakt. Omdat het einde van de toer hierdoor verplaatst wordt, kan je nu rechthoeken van elk formaat haken met een heel eenvoudige formule.
- Toer 2: [3 v, [2 v in de volgende steek] x 3] x 2 (18 steken).
- Toer 3: [3 v, [1 v, 2 v in de volgende steek] x 3] x 2 (24 steken).
- Toer 4: [3 v, [2 v in de volgende steek, 2 v] x 3] x 2 (30 steken).
- Toer 5: [3 v, [3 v, 2 v in de volgende steek] x 3] x 2 (36 steken).
- Toer 6: [3 v, [2 v in de volgende steek, 4 v] x 3] x 2 (42 steken).
De Ultieme Formule om Ovalen te Haken
Elk ovaal begint met een ketting van lossen die minstens 4 lossen lang moet zijn. Zou je beginnen met 3 lossen, dan zou je een cirkel krijgen.
Hoe langer de beginketting, des te langgerekter en spitser het ovaal wordt. Hoe korter de beginketting, des te ronder het ovaal wordt.
De ovaal-formule is makkelijk te berekenen: je rekent het cijfer X uit en overal in het patroon waar een X staat, vul je deze waarde in. Deze waarde blijft elke toer gelijk.
Aantal beginlossen – 3 = X vasten
Voorbeeld: Je begint met 10 lossen. Hiervan trek je er 3 af, dan krijg je 7. Deze waarde staat voor het aantal vasten dat je moet haken als er in het patroon X staat. In dit geval zijn dat dus 7 vasten.
Elke toer voeg je 6 steken toe. Noteer het aantal steken dat je in de eerste toer maakt en tel daar per toer 6 steken bij op als je wilt controleren of je nog het juiste aantal steken hebt. Zo weet je hoeveel steken er in een bepaalde toer horen te zitten.
- Haak het ovaal in spiraal.
- Toer 1: Ketting van lossen (zo veel als gewenst), 1 v in de 2e steek vanaf de naald, X v, 3 v in de volgende steek. Haak nu verder aan de andere kant van de ketting. X v, 2 v in de volgende steek, 1 halve vaste in de 1e steek van de toer. LET OP: De nieuwe toer begint na de halve vaste.
- Toer 2: [X v, [2 v in de volgende steek] x 3] x 2.
- Toer 3: [X v, [1 v, 2 v in de volgende steek] x 3] x 2.
- Toer 4: [X v, [2 v in de volgende steek, 2 v] x 3] x 2.
- Toer 5: [X v, [3 v, 2 v in de volgende steek] x 3] x 2.
- Toer 6: [X v, [2 v in de volgende steek, 4 v] x 3] x 2.
- Toer 7: [X v, [5 v, 2 v in de volgende steek] x 3] x 2.
- Toer 8: [X v, [2 v in de volgende steek, 6 v] x 3] x 2.
- Toer 9: [X v, [7 v, 2 v in de volgende steek] x 3] x 2.
- Toer 10: [X v, [2 v in de volgende steek, 8 v] x 3] x 2.
Haakformule Ovaal met 8 Meerderen
Met het volgende patroon haak je een ovaal met 8 meerderen per toer, in plaats van de 6 van het vorige patroon.
Als je met de vorige formule een iets vervormd ovaal kreeg, probeer het dan met dit patroon.
Elke toer voeg je 8 steken toe. Noteer het aantal steken dat je in de eerste toer maakt en tel daar per toer 8 steken bij op als je wilt controleren of je nog het juiste aantal steken hebt. Zo weet je hoeveel steken er in een bepaalde toer horen te zitten.
Ga precies zo verder als in het vorige patroon en vul de waarde uit deze berekening in in het onderstaande patroon.
Aantal beginlossen – 3 = X vasten
- Haak het ovaal in spiraal.
- Toer 1: Ketting van lossen (zo veel als gewenst), 1 v in de 2e steek vanaf de naald, X v, 4 v in de volgende steek. Haak nu verder aan de andere kant van de ketting. X v, 3 v in de volgende steek, 1 halve vaste in de 1e steek van de toer. LET OP: De nieuwe toer begint na de halve vaste.
- Toer 2: [X v, [2 v in de volgende steek] x 4] x 2.
- Toer 3: [X v, [1 v, 2 v in de volgende steek] x 4] x 2.
- Toer 4: [X v, [2 v in de volgende steek, 2 v] x 4] x 2.
- Toer 5: [X v, [3 v, 2 v in de volgende steek] x 4] x 2.
- Toer 6: [X v, [2 v in de volgende steek, 4 v] x 4] x 2.
- Toer 7: [X v, [5 v, 2 v in de volgende steek] x 4] x 2.
- Toer 8: [X v, [2 v in de volgende steek, 6 v] x 4] x 2.
- Toer 9: [X v, [7 v, 2 v in de volgende steek] x 4] x 2.
- Toer 10: [X v, [2 v in de volgende steek, 8 v] x 4] x 2.
